De paling wordt geenszins met uitsterven bedreigd

11 Maart 2020

Dr. Willem Dekker, de gerenommeerde Nederlandse palingwetenschapper van de Zweedse universiteit SLU deed zijn uitspraak vandaag tijdens de palingconferentie in het Duitse Potsdam, waar vertegenwoordigers van de politiek, de internationale wetenschap en natuurorganisaties, en de Europese sector de laatste stand van zaken rond de palingstand bespraken.

Wetenschapper Willem Dekker zette in de 80-er jaren de verslechterende toestand van de aal op de politieke kaart. Volgens hem is de palingstand op een historisch laag niveau, maar laat sinds 2011 gelukkig een begin van herstel zien. Door sommigen wordt een beeld geschetst dat de soort op uitsterven staat, maar daarvan is volgens Dekker, bij lange na geen sprake. “Om te beoordelen of een diersoort zich werkelijk in kritieke toestand bevindt, heeft de IUCN een reeks van criteria opgesteld. Toepassing van deze criteria laat zien, dat dit voor paling niet het geval is. De soort is de afgelopen vier-vijf decennia echter wel met 90% afgenomen. Als er in 2009 geen beschermingsmaatregelen zouden zijn genomen, dan zou er op een dag wel sprake kunnen zijn van een kritieke toestand.”

IUCN beoordeelt de paling als “critically endangered”, ondanks dat de soort aan vier van de vijf criteria daarvoor bij lange na niet voldoet. Volgens Dekker is die beoordeling niet nuttig, omdat het niet informeert over de huidige, verbeterende toestand, en niet bijdraagt aan de zo broodnodige bescherming. Hij betwijfelt of de beoordeling als “critically endangered”, op grond van alleen de 90% afname, wel correct is. 

Willem Dekker: “Sinds 2011, twee jaar na de invoering van de Europese Aalverordening, zien we de hoeveelheid jonge paling toenemen. Een risico op uitsterven is dan ook absoluut niet aan de orde. Van een volledig herstel van de palingstand is echter ook geen sprake. Dat gaat om biologische redenen nog heel lang duren en dat maak ik in mijn leven helaas niet meer mee. Er moet door veel Europese landen nog veel worden gedaan om alle maatregelen in de Aalverordening uit te voeren. Maar de inspanning van veel andere landen zijn tot nu toe succesvol gebleken. We hebben daarmee een klein wonder verricht.”  

Vorig jaar baarde Willem Dekker, die deel uit maakt van de ICES-wetenschappelijke werkgroep Working Group for Eel, opzien met de presentatie van de nieuwste cijfers over de aanwas van jonge paling sinds 2011. Daaruit bleek dat het aantal jongen jaarlijks met 8,5% stijgt.

Alex Koelewijn, voorzitter van Stichting DUPAN, die zich sterk maakt voor verbetering van de palingstand sprak namens de Nederlandse sector tijdens de conferentie in Potsdam. Hij herkende zich in de conclusies van Willem Dekker: “Wij rapporteren al jaren dat de palingstand duidelijke tekenen van herstel vertoont, maar we krijgen daarvoor niet bij iedereen gehoor. Dat de wetenschap deze bevindingen bevestigd, is voor de sector een hart onder de riem en geeft ons de motivatie om door te gaan op de in 2009 ingeslagen weg om de palingstand blijvend te verbeteren. Op die manier kunnen we ook in de verre toekomst blijven genieten van de natuur en van de cultuur die paling in Nederland en Europa omringt.”

1,2 miljoen palingen verhuisd naar Zeeland

Wageningen, 6 maart 2020 –De Zeeuwse kreken en meren kregen er vandaag ruim 1.250.000 jonge inwoners bij. Het betreft glasaaltjes, jonge palingen die verhuisden van overbevolkte riviermondingen in Frankrijk naar Zeeland, waar te weinig paling is. De palingstand in Zeeland kreeg daarmee een flinke impuls. Stichting DUPAN coördineerde dit herbevolkingsproject in opdracht van het ministerie van LNV.

De uitzet van deze uitzonderlijk grote hoeveelheden jonge palingen (glasaal) is mogelijk geworden door de sterk gestegen, natuurlijke aankomst van jonge palingen (glasaal) aan de Europese kusten. Vanaf 2011 laat de aankomst van jonge palingen aan de Europese kusten een duidelijke stijging zien. Omdat de Nederlandse kusten ondoordringbaar zijn voor jonge palingen, wordt een deel van de glasaal zie zich in Frankijk massaal ophoopt, in Nederland uitgezet.

De uitzet van de jonge palingen vond plaats banuit Wolphaartsdijk, aan het Veersemeer in Zeeland.De paling werd uitgezet door Zeeuwse beroepsvissers Marcel van de Kreeke en Wim de Ridder. Er werd ruim 412 kilo glasaal uitgezet. Dat zijn ongeveer 1.250.000 jonge palingen.

Naast de Zeeuwse wateren worden er dit voorjaar ook jonge palingen uitgezet in Friesland. Naar verwachting zullen dit jaar rond de vier miljoen jonge palingen de natuur versterken. Bij deze aantallen wordt in veel uitzetgebieden de maximale hoeveelheid voor herbevolking bereikt; meer paling kan in die gebieden niet leven. De gebieden die voor herbevolking zijn geschikt, zijn geselecteerd door de overheid.

Wanneer de glasalen tot volwassen palingen, zogenaamde schieralen, zijn uitgegroeid, kunnen ze vrijuit naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.

Deze uitzet wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van LNV. Voor de aankoop van glas- en pootaal is steun verleend vanuit het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij.

Het project wordt medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund (ESF®) en gecoördineerd door Stichting DUPAN.

Europees Fonds voor
Maritieme Zaken en Visserij

Projectpartners
Dit herbevolkingsproject wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van LNV. Voor de aankoop van de glasaal is steun verleend vanuit het Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij.

Het project wordt medegefinancierd door het Eel Stewardship Fund® en wordt gecoördineerd door Stichting DUPAN.

Wat zeggen ICES-cijfers over de palingstand?

27 Januari 2020. De ICES-cijfers zeggen niet zo zeer iets over de palingstand. Ze zeggen iets over de intrek van glasaal. Zoals de enorme stijging van de volwassen schieralen bij Paling Over De Dijk, een project dat DUPAN sinds 2012 in Nederland coördineert, iets zegt over de palingstand in Nederland, zo zegt ICES iets over de toestand van de jonge aanwas van paling in Europa.

Hoe het écht met de glasaalintrek gaat, is een kwestie van feiten en niet van interpretatie. Feiten zijn feiten. Maar als je daar de helft van weglaat, zijn feiten feitelijk geen feiten meer. Wat is er nu werkelijk aan de hand?

Willem Dekker, bioloog en onbetwist dé palingkenner bij uitstek, noemt 2011 “een keerpunt” in de dalende lijn die de glasaalindex decennia liet zien. Dekker was in Londen tijdens het 10-jarig jubileum van de Sustainable Eel Group heel duidelijk: “de stijging van de glasaalintrek die we sinds 2011 zien, is sterker dan de daling ooit geweest is”. Daar zit wat ons betreft geen woord Chinees bij.

Volgens Christien Absil schommelt de glasaalintrek in onze regio tussen de 1 en 2% ten opzichte van de historisch hoge intrek die tussen veertig tot zestig jaar geleden gemeten werd. Kenners weten dat er twee indexen zijn, “North Sea & Elswhere”. Diezelfde kenners weten ook dat de twee ICES-indexen uit twee verschillende datareeksen bestaan, omdat de methodiek midden jaren tachtig werd gewijzigd. Door die verandering werd de deler groter en daalde het rekenkundige gemiddelde sneller. Hoe we het ook wenden of keren, de twee indexen lieten decennia achter elkaar een daling zien. De door Christien aangedragen informatie is daardoor feitelijk juist maar omdat zij de helft wegliet, wel zeer gekleurd.

Glasaalintrek is niet op regionaal niveau te beoordelen. De Noordzee-cijfers mag je niet los zien van de rest van de Europese cijfers, ofwel de ‘Elswhere’ Index. Daar schommelt het beeld van diezelfde intrek namelijk tussen de 6 en 12% ten opzichte van de hoge waarden uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Kenners weten dat tegenwoordig 80% van de glasaal in de Golf van Biskaje arriveert, elders dus. De gehele Noordzeekust is hermetisch afgesloten en daar heeft een glasaal al decennia niks meer te zoeken. Een paling weet dat en een mariene zeker bioloog ook.

Maar wat is dan echt, écht wat de ICES-cijfers zeggen? Die cijfers zeggen dat de intrek van glasaal stijgende is sinds 2011. Al twee generaties, sinds begin jaren negentig, zijn de indexen vergeleken met zestig jaar geleden wel laag maar ook zeer stabiel. Zo stabiel, dat er na nog een generatie (10 jaar) stijgende glasaalindex zoals die sinds 2011 plaatsvind er officieel van ‘kritisch bedreigd’ geen sprake meer is. Maar zover is het nog niet. (Ondertussen misbruiken natuurorganisaties de status Kritisch bedreigd maar al te graag, ondanks het feit dat deze beoordeling uit voorzorg is genomen en niet op harde cijfers is gebaseerd.)

Dus, wat er ook wordt beweerd, het gaat goed met het aalherstel. De Aalverordening en de Nationale Aalherstelplannen uit 2009 werpen hun vruchten af. Hou de beschermende maatregelen dus minimaal zoals ze nu zijn. Zorg dat landen zich aan de gemaakte afspraken houden en niet verslappen. Natuurlijk is het goed om te horen dat de Goodfish Foundatation en Ravon hun postcodemiljoenen in gaan zetten om de illegale handel in glasaal aan te pakken. Feitelijk betuigen de natuurorganisaties steun aan de internationale sector, die al vanaf 2016 de illegale export van glasaal aankaart bij de Europese toezicht- en opsporingsorganisaties. Met de invoering van een certificering voor paling zal het voor illegale handelaren sowieso eens stuk lastiger worden.

Of de Goodfish Foundation en Ravon met die 2 miljoen alle migratieblokkades op kunnen heffen, denk ik niet. Maar al zouden ze in Nederland maar een paar van die duizenden barrières passeerbaar maken voor aal, alle kleine beetjes helpen. Hulde dus voor deze ‘palingredders’.

Ondertussen gaat de sector met waterbeheerders en eigenaren van waterkrachtcentrales door met het ‘over de dijk’ helpen van geslachtsrijpe palingen. Hierdoor wordt het negatieve effect van die migratiebarrières, zij het tijdelijk, maar wel echt aanzienlijk en vooral meetbaar verminderd. Daardoor stijgt de palingstand, al is het maar beetje bij beetje. Want volgens Dekker heeft wat wij in Nederland doen wel degelijk heeft effect op het totale bestand.

De in 2009 ingevoerde Europese Aalverordening  en in de lidstaten ingevoerde Aalherstelplannen werpen meer vruchten af dan verwacht. Laten we vooral gezamenlijk doorgaan op de ingeslagen weg. En laten we stoppen met het misbruiken van ICES rapporten. Welles, nietes brengt ons en vooral de paling niet verder. Kunnen we afspreken dat we samen blij zijn met het herstel dat de wetenschap nu waarneemt? Wij hopen net als alle natuurorganisaties, dat dit herstel zich doorzet tot er – biologisch gezien – geen paling meer bij kan. Met een open instelling aan beide zijden worden we het over beperkte gecontroleerde en traceerbare benutting door middel van een certificering dan uiteindelijk ook eens.

Alex Koelewijn, voorzitter Stichting DUPAN

Geslaagde nieuwjaarsreceptie

1 Januari 2020. Afgelopen jaar werd veel bereikt voor de paling en ook 2020 ziet er veel belovend uit, zo sprak DUPAN-voorzitter Alex Koelewijn tijdens de nieuwjaarsreceptie op 8 januari. Vanuit de hoek van natuurorganisaties, sportvisserij, overheid, energiemaatschappijen en uiteraard de sector was er veel belangstelling voor het inhoudelijk goed gevulde officiële deel van de nieuwjaarsreceptie.

Martin Scholten, algemeen directeur Dierwetenschappen van de Wageningse Universiteit, deed zijn bijdrage via een videoboodschap. Hij sprak daarin zijn waardering uit voor de samenwerking en gaf aan dat paling alle aandacht zeker verdient. ,,In DUPAN heeft de paling goede beschermers, die er voor zorgen dat we ook in de toekomst van paling kunnen genieten; zowel ecologisch als culinair. Voor de kringloop is het van belang dat DUPAN glasaal blijft uitzetten en volwassen schieraal terugzet. Daarnaast is het Eelric-onderzoek naar reproductie van glasaal belangrijk voor de aquacultuur. Daar zijn we een aardig eind mee op weg. Heel misschien, dat we in 2020 de eerste glasaal vinden in onze experimenten. Maar met paling moet je geduld hebben. Het herstel dat we nu in de Nederlandse wateren zien, daar hebben we ook lang op moeten wachten. Maar het is een begin. Daarom is het belangrijk dat we nu doorzetten. Laten we vertrouwen hebben in de toekomst van de paling. Wij zijn blij met de samenwerking met DUPAN. Het Eelric is een prachtige showcase en wetenschappers uit de hele wereld komen hier naar Wageningen om samen te werken aan een toekomst voor de paling.’’

De immer bevlogen Britse voorzitter Andrew Kerr van de Sustainable Eel Group drukte het publiek op het hart, dat de stijging van de glasaalintrek heel hoopgevend is. Het gaat de afgelopen vijf jaar om een toename van gemiddeld 10 procent. Daarom werkt SEG verder op de ingeslagen weg. De zogenoemde SEG-standard als bewijs voor een duurzame palingketen wordt doorontwikkeld en de illegale export van glasaal wordt stevig aangepakt.

Hoogleraar prof. dr. ir.  Geert Wiegertjes, hoofd Aquaculture and Fisheries Wageningen UR, gaf een korte lezing over het boek The book of eels. Auteur Tom Fort was redacteur bij de BBC en visserijcorrespondent voor de Financial Times. De conclusie daarin is DUPAN op het lijf geschreven: Paling heeft een grote economische, culinaire en culturele waarde en heeft daarom alle aandacht nodig die ze verdient.

Na het uitreiken van de SEG-certificaten door Kerr en zijn SEG-collega David Bunt aan dertien handelaren en acht palingkwekers, volgde een gezellige receptie, uiteraard met overheerlijke palinghapjes.

Dupan-voorzitter Alex Koelewijn

Hoogleraar prof. dr. ir.  Geert Wiegertjes, hoofd Aquaculture and Fisheries Wageningen UR

Andrew Kerr, voorzitter Sustainable Eel Group

Jolanda Troelstra neemt het SEG-certificaat in ontvangst van Andrew Kerr en David Bunt

Stichting DUPAN steekt miljoenen in herstel paling

Palingvissers, -kwekers en -verwerkers hebben de handen ineen geslagen voor duurzaam herstel en instandhouding van de paling in Nederlandse wateren. Vandaag hebben zij de Stichting DUPAN (Duurzame Palingsector Nederland) opgericht. Naast herstelmaatregelen wil men ook afspraken maken over verduurzaming van vangst, kweek en verwerkingsmethoden van paling. Aan Stichting DUPAN zal het Duurzaam Paling Fonds worden verbonden waaruit de komende jaren miljoenen euro’s zullen worden geïnvesteerd in het herstel van de paling in Nederland.

In Nederland zijn zo’n 600 mensen direct werkzaam in de palingsector. De sector heeft naast een economische waarde van zo’n kwart miljard euro een zeer grote cultuurhistorische waarde. Paling hoort bij Nederland net als tulpen, klompen en molens. In de Nederlandse eetcultuur neemt paling al eeuwen een bijzondere plaats in.

Investeren in herstel
De nieuwe Stichting DUPAN zet zich in voor een duurzaam nationaal aalherstelplan waarmee de toekomst van de paling wordt gewaarborgd. Paling heeft zoetwater nodig om tot wasdom te komen. De jonge paling (glasaal) heeft grote problemen de Nederlandse zoetwatergebieden te bereiken en volwassen paling kan Nederland niet verlaten om zich voort te planten. Daarom zal DUPAN de komende jaren miljoenen investeren in o.a. het jaarlijks uitzetten van zeer grote hoeveelheden jonge paling in de Nederlandse binnenwateren. Daarnaast gaat DUPAN maatregelen treffen om de hoeveelheid volwassen palingen, die uit deze uitzettingen voortkomen, te vergroten en terug naar zee te helpen om zich voort te planten. De aandacht van DUPAN zal dan ook gericht zijn op duurzaam beheer van de paling en de controle hierop.

Fonds voor duurzame paling
De Stichting DUPAN zal zich ook in gaan zetten voor grootschalig onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar de Nederlandse paling. DUPAN-woordvoerder William Swinkels: “DUPAN zet in op duurzaamheid om de toekomst van de paling in Nederland zeker te stellen. DUPAN wil precies weten wat de oorzaken zijn van de teruggelopen palingstand. Alleen op die manier kunnen we passende maatregelen treffen. Afgelopen maand zijn de maatregelen voor herstel en instandhouding van de paling al begonnen met de uitzet van enkele miljoenen jonge palingen (glasalen) in Zeeland en Friesland. Paling die bijdraagt aan het Duurzaam Paling Fonds is straks voor de consument herkenbaar. Door de toekomst van de paling zeker te stellen kunnen ook de generaties na ons blijven genieten van deze oer-Hollandse lekkernij.“